Bob belde mij. Zijn moeder was zojuist overleden.
Ik had al eerder contact met Bob gehad met de vraag voor een voorgesprek, maar door omstandigheden was het er niet van gekomen om met elkaar af te spreken. En nu had de tijd ons ingehaald. Moeder was overleden en de schoondochters zouden moeder straks de laatste zorg geven. Het doet mij altijd goed als familie de laatste verzorging doet, want hoe liefdevol ik ook de overledene bejegen, mijn handen kunnen nooit zo liefdevol zijn als de bekende handen van je familie. Dat moeder in goede handen was bemerkte ik toen ik een uur later arriveerde. De schoondochters waren net heel ontspannen begonnen met de verzorging. Ik hoorde hen lachen en praten. Heel natuurlijk verzorgden zij moeder voor de laatste keer.
Ondertussen besprak ik met de zonen en pa wat er verder zou gebeuren. Na een overlijden moet er altijd veel geregeld worden. Afspraken met het crematorium of de begraafplaats, tijden bespreken voor condoleancemoment thuis, het opmaken van de kaart en de teksten en nog zoveel meer. De meningen liepen soms ver uit elkaar, maar elke keer luisterden de mannen met respect naar elkaar en was er in korte tijd een antwoord. Natuurlijk moest een foto van de boerderij op de voorkant van de kaart, want, zo vertelde pa, het was aan moeders inzet te danken dat de boerderij ooit aangekocht werd. Dus moest die zeker op de voorkant van de kaart. En de binnenkant…., ja daar was iedereen het over eens, daar moest een mooie foto van moeder komen. Tegen de tijd dat de inhoud van de kaart klaar was, hadden de meiden moeder verzorgd en legden wij haar op de rieten baar. “Wat mooi” zei pa liefdevol, “Wat hebben jullie dit mooi gedaan”, zei hij trots tegen zijn schoondochters. Hij was blij met die extra vrouwen in zijn huis, zag hen eigenlijk als dochters. De sfeer in dit rouwhuis voelde fijn, relaxt. Ondertussen was het al laat in de nacht en ik nam afscheid, morgen zou ik weer komen, zoals elke volgende dag. Op één van de volgende dagen zei vader tegen mij: “Zeg, zij ligt hier toch mooi op het rieten bedje, moet ze dan nog in een kist?” “Natuurlijk hoeft dat niet”, antwoordde ik, “in Nederland mag je iemand ook op een baar naar het crematorium brengen. Als de overledene maar goed is toegedekt”.
Eigenlijk was ik een beetje verrast door de vraag van deze weduwnaar. Meestal vinden mensen het eng als een overledene alleen met doeken toegedekt is. Maar voor deze man was de dood helemaal niet eng, voor hem hoorde de dood bij het leven, zo zei hij. Prachtig vind ik het als mensen het zo verwoorden en ook zo voelen. Natuurlijk had hij zijn vrouw nog honderd jaar bij zich willen houden, maar hij had het besef dat dit niet mogelijk was. Bovendien gunde hij zijn vrouw de rust die haar toekwam. Loslaten in liefde noem ik het. Hij hield na vierenzestig jaar huwelijk zo veel van zijn vrouw, dat hij wist dat dit het beste was. Natuurlijk pinkte hij wel een traantje weg, hoe kan het anders, zij was de liefde van zijn leven. Maar hij wist, dat hij zonder haar verder moest en ook alleen verder zou kunnen.
Later verbaasde hij zijn zonen door te zeggen dat hij samen met de jongens moeder de aula zou binnendragen, geschouderd, hoog boven alles uit: ZIJN VROUW. Natuurlijk kon hij dat, liet hij krachtig weten. De mannen ‘oefenden’ het schouderen bij het naar buiten dragen van moeder naar de rouwauto. Het was prachtig om te zien, hoe liefdevol en zorgzaam deze mannen moeder opnamen en hoog boven alles uit in de stromende regen over haar eigen land naar de rouwauto droegen .
De familie had voor een avondviering in crematorium Schagen gekozen. Zo was er alle tijd voor het afscheid en het condoleren erna. Zelden heb ik zo ontspannen een familie begeleid. Samen waren wij een team, met de familie aan het stuur en ikzelf als aangever. Vader, kinderen en kleinkinderen hebben in het afscheid moeders leven helemaal recht gedaan, met woorden, haar muziek, foto’s en de voor haar zo belangrijke geestelijke. Het was een bijzonder afscheid.