Column: Loslaten

Maartje was de eerste vrouw, die geïnspireerd door mijn lezingen jaren geleden voor een ‘pretvoorgesprek’ bij mij kwam. ‘Pretvoorgesprekken’ noem ik voorgesprekken die niet urgent zijn en waarin mensen ongehinderd door de deadline van het leven samen met mij in een gesprek hun afscheid vorm kunnen geven. Wij hadden dan ook veel pret. Het was zo gezellig, dat Maartje enkele weken later vroeg, of zij ook met haar kinderen mocht komen. Zij moesten mij immers ook kennen omdat zij te zijner tijd  het afscheid zouden regelen. Ook dit gesprek verliep gezellig en tot elkaars verrassing bleken zij weinig over de uitvaartwensen van Maartje te weten. Fijn om dan met elkaar wensen en verwachtingen te bespreken, ongehinderd door de spanning van een naderend afscheid.

Twee jaar geleden belde Maartje mij op: “Gijsje, het is uit met de pret. Er is kanker bij mij geconstateerd, ik heb nog maar enkele weken …” Ik schrok, want zo’n bericht is vreselijk. Zeker voor Maartje, zo’n vrolijke, hartstochtelijke vrouw. Zij stond naar mijn gevoel nog midden in het leven en nu zou zij dood gaan? Natuurlijk kwamen wij snel weer bij elkaar maar de stemming was nu wel wat bedrukter. Heel anders dan de eerste keer. Bovendien was één van Maartje’s dochters in verwachting van het eerste kleinkind. Hoe kan je de wereld loslaten in het besef nooit oma te mogen zijn? Marijke en Maartje maakten er het beste van: Maartje ging – zo ziek als zij was – altijd mee naar de vroedvrouw en was bij alle aankopen voor de babyuitzet betrokken. Zo werd zij toch al een beetje oma. In die tijd kwamen zij vaker naar mij toe en Maartje wilde, tegen de wil van de kinderen in, alle adressen voor haar rouwkaart zelf schrijven en ook de rouwkaart zelf al zien. De kinderen vreesden dat het haar teveel pijn zou doen, maar het tegendeel was waar. Maartje was blij dat zij, ondanks de snelle achteruitgang van haar gezondheid, haar kinderen toch nog kon ontlasten van het werk wat er aan stond te komen. De laatste keren dat ik Maartje sprak was bij haar thuis. Zij kwam haar bed niet uit, maar wilde toch betrokken blijven. Ik zal nooit die keer vergeten dat Maartje met de oude twinkeling in haar ogen tegen mij zei: “Goh, Gijsje, ik vind het jammer dat ik er niet bij kan zijn, bij mijn Grande Finale. Het wordt zo mooi!” “Ik weet wel zeker dat je erbij bent” antwoordde ik toch wel een beetje emotioneel. Hier verliet een prachtig mens het leven. Met het kleinkind op komst was het voor iedereen heel dubbel: hoe konden zij straks van het kindje genieten, als oma die nu al zo veel van het kindje hield er niet meer was? Op 28 december belde Marijke mij op. Maartje was slapende en zou waarschijnlijk deze nacht overlijden. Bovendien hadden de weeën bij Marijke ingezet en zou zij spoedig bevallen. Ik hield mij gereed om bij overlijden meteen naar de familie te gaan.

Drie dagen lang gebeurde niets. Toen belde Toon, de man van Marijke, mij op. Het was zo verwarrend: Marijke liep nog steeds met weeën en Maartje … leefde nog. Hij wist even niet meer wat te doen. Ik wist van de hechte band van Maartje en Marijke en vroeg aan Toon: “Wie kan wie niet los laten, Toon?” Het boek van Elisabeth Kuebler-Ross over Unfinished Business schoot mij in het hoofd. Het was mij vaker opgevallen dat een stervende, ondanks een prognose van de dokter, bleef leven door het gevoel dat een kind of partner niet zonder hem of haar zou kunnen. Een gevoel van  verantwoordelijkheid. Of er was een kind dat wel tegen de stervende ouder zei: ” Ga maar, ik laat je los.” Terwijl het diep van binnen moeder bij zich wilde houden. Op het ogenblik dat het dit beseft, kan het loslaten en overlijdt de zieke meestal na een korte tijd. Bij mij thuis maakten wij ons op voor het oudejaarsfeest. Ik was niet echt in de stemming, want ik wist dat ik ook weggeroepen zou  kunnen worden. Om 7 uur ‘s avonds ging de telefoon. Maartje was overleden. “En Marijke?” ontschoot het mij. “Marijke en Toon zijn net naar het ziekenhuis gegaan, alles is goed, het is nu afwachten”, vertelde de schoonzus, die mij belde.

Samen met de schoondochters hebben wij Maartje verzorgd. Met een dubbel gevoel zaten wij rond 11 uur rondom Maartje en vroegen ons net af hoe het met Marijke en de baby was, toen de telefoon ging. Marijke was zonet bevallen van een prachtige dochter. Marijke zelf was aan de telefoon: “Wil je weten hoe ze heet? Maartje,” vertelde Marijke.  “Mam wist het hoor, ik heb het haar al lang geleden verteld, maar ze wilde zo graag kleine Maartje ontmoeten. Wij hebben allebei zo ons beste gedaan, maar het leven laat zich niet dwingen” Pas toen Maartje het leven los had gelaten, kon Marijke het kindje in haar buik loslaten…

Net voor 12 uur was ik weer thuis en met een verdrietig en blij gevoel hebben wij toen een vuurballon opgelaten. Meestal schrijven wij er alles op wat wij voor het nieuwe jaar wensen. Nu had ik er alleen “Maartje” opgezet. Het leven gaat zoals het gaat. Wij kunnen alleen maar ons best doen door in het volste vertrouwen liefdevol en blij met elkaar te leven en in alle vrijheid elkaar los te laten.

 

Kijk op onderstaande link om de geïllustreerde versie te zien van de column, zoals hij op 31 december 2011 in het Noord Hollands Dagblad te lezen was:

Loslaten

Geplaatst op: 2 januari 2012