4 oktober 2008
Zoals bijna iedereen had ook ik vroeger niets met de dood.
De dood was eng!
Overledene had ik nog nooit gezien – hoefde ik ook niet te zien – de verhalen die ik rechts en links hoorde spraken boekdelen.
Tot ik tweeëntwintig jaar geleden geconfronteerd werd. met het overlijden van ons derde kindje: Ferry
Wij deden toen wat in ons op kwam – samen met onze beste vriendin wasten en kleden wij ons kindje. Onze twee andere kindjes dartelden rond het wiegje, deden een poppetje erbij, haalden een spelletje eruit en stopten hun babybroertje toe.
Als wij de behoefte hadden, namen wij Ferry op, liepen wiegend door de kamer en zongen liedjes voor hem
Wij hebben Ferry zelf uit huis gedragen, zelf in het grafje laten dalen.
Achteraf was dit het beste begin voor onze rouwverwerking – al beseften wij dit toen nog niet. Door mijn werk besef ik nu hoe belangrijk een goed begin voor de rouwverwerking is. En hoe belangrijk aanraken is.
Zo is denk ik, intuïtief, mijn manier van werken ontstaan.
Als ik na een overlijden geroepen word, kom ik eerst alleen naar een sterfhuis.
Na kennismaken met de familie én de overledene vraag ik of er mensen bij de laatste verzorging willen helpen.
Gelukkig gebeurd het steeds meer, dat de familie er al over nagedacht heeft, en willen de kinderen, broers of zussen graag helpen, of willen zij het helemaal zelf doen.
Dan zorgen wij voor een fijne sfeer – gesloten gordijnen (voor de privacy), kaarsen, wierook of zachte muziek.
Soms heeft de familie nog niet erover nagedacht en zijn zij door onbekendheid bang om bij de laatste verzorging te zijn.
Dan leg ik uit, wat de laatste verzorging inhoud. Veelal zijn mensen nog in de veronderstelling dat “gaten dichtgestopt moeten worden”.
Ik kan hun dan gerust stellen, dat gebeurd al lang niet meer.
De laatste verzorging houdt over het algemeen hetzelfde in, als de verzorging van een zieke, nl. wassen, incremen, kleden, haren kammen, etc.
Veelal heeft de familie de laatste tijd hun dierbare al verzorgd, of bij de verzorging geholpen en willen zijn dan toch graag voor de laatste keer mee verzorgen.
Ook het idee, dat iemand stockstijf of steenkoud is, weerhoud familie nog wel eens.
Ik leg dan uit, dat de overledene pas na ongeveer zeven uur volledig verstijfd is. Daarvoor kan je alle ledenmaten nog rustig bewegen, zodat wassen en kleden geen probleem is.
De lichaamstemperatuur daalt pas heel langzaam en iemand wordt pas naar enkele uren echt koud.
Hoewel ik erna streef om de familie zoveel mogelijk bij de laatste verzorging te betrekken, zijn er ook uitzonderingen. Door ongeluk of ziekte moet ik het soms afraden.
Maar ook dan probeer ik een vorm te vinden, om familieleden toch het gevoel te geven erbij betrokken te zijn, b.v. door de haren te kammen, op te maken, sokken aan te trekken, een stropdas te strikken of te scheren.
Ik vind het altijd hartverwarmend, om te zien, hoe liefdevol familieleden of vrienden hun geliefde verzorgen.
Om dit contact nog enkele dagen in stand te houden, vraag ik de familie om de overledene elke dag in te cremen.
Dit heeft een praktische reden: de koeling onttrekt het lichaam veel vocht. Crème je de zichtbare lichaamsdelen elke dag in, blijft de huid in een goede conditie.
Al bij een van mijn eerste opbaringen bemerkte ik, dat je niet alleen de overledene goed doet, maar ook de familie.
Ik cremde toen een meneer in, die plotseling overleden was.
Ineens besefte ik, hoe belangrijk dit contact voor de weduwe was. Zij had immers haar man op een dramatische manier ineens verloren, en zou hem waarschijnlijk nooit meer aanraken.
Ik ging meteen naar haar toe en vroeg, of ZIJ haar man wilde incremen.
Een volmondig – en gelukkig – JA was het antwoord. Enkele minuten later stonden wij met zijn tweeën bij mhr., ik hield de pot crème vast, wij cremden haar man vol overgave in.
Ik denk, dat wij een uur zo stonden, praten, incremen, huilen.
Maar niet altijd is iedereen zo makkelijk te overtuigen van het belang van de laatste aanrakingen. De angst om een overledene aan te raken, zit vaak heel diep.
Gelukkig ben ik zelf heel aanhalerig, en blijf ik de overledene aaien, over zijn haar strijken, de kraag recht trekken, totdat ook de meest angstige vraagt: mag dat dan?
Ik leg dan uit, dat, zolang er geen wonden of ander vochtverlies is, je de verzorgde overledene rustig aan mag raken.
Voor een goede rouwverwerking is dit zelfs aan te bevelen.
De jongste kinderen zijn hierin heel onbevangen, en nemen vaak het voortouw door opa of oma helemaal te inspecteren en komen vaak tot bijzondere conclusies. Met een ontwapende openheid trekken zij vaak volwassenen over hun angst heen.
Zo gebeurd het, dat de overledene in de meest gunstige situatie thuis, omringd wordt door familie en zo de dood dus midden in het leven staat.
Met het besef dat over enkele dagen de geliefde niet meer in hun midden zal zijn, schaart zich de familie om hem of haar heen, haalt herinneringen op, kinderen maken tekeningen, versieren de kist, leggen bloemen bij opa of oma neer, de volwassen werken de make-up nog eens bij, of krullen de haren,
zoals zij het jarenlang gedaan hebben bij moe.