Toen ik zo’n tien jaar geleden het lintenritueel bedacht, wist ik nog niet hoeveel mensen ik ermee zou raken. Als ritueelbegeleidster bij afscheid probeerde ik voor bijna elke uitvaart een bijzonder ritueel te bedenken. Een van de eerste rituelen was het lintenritueel. Toen nog niet op de manier, zoals het zich de laatste jaren in de uitvaartwereld zou manifesteren. In het begin maakte ik de linten, die de levensweg symboliseren, vast aan een handvat van de kist. Tijdens de afscheidsviering legde ik het lint in het pad en liet ik de sprekers een gekleurd kaarsje bij een plek van het levenslint zetten. Dat zou het moment symboliseren in het leven van de overledene, die voor hen belangrijk was. Daarna vertelden zij hun herinneringen aan hun dierbare. Al snel opperde ik om de linten in de handen van de overledene te leggen. Dit voelde voor mij directer dan alleen aan de kist verbonden. Voor de nabestaanden voelde dit ook warmer en zo legde ik vanaf dat ogenblik de linten, vaak samen met de nabestaanden, in de handen van hun dierbare.
Op een dag werd ik bij een familie geroepen waar de meningen erg verdeeld waren. Vier kinderen vonden alles maar poespas en vier kinderen wilden van alles van mij weten om zoveel mogelijk rituelen en symbolen in het afscheid te verwerken. Nu is te veel nooit goed, je moet een ritueel niet doen als kunstje. Een ritueel moet altijd inhoud hebben en vooral uitgelegd worden. Ik hield mij dus een beetje afzijdig, wat niet moeilijk was, gezien de ene helft van de kinderen het al te veel vond, dat ik erbij was. Op gegeven ogenblik schoten wij echter helemaal niet op met het invullen van de afscheidsviering. Ik greep in en benoemde, dat wij deze dagen wel met elkaar moesten beleven. Als iedereen maar zijn eigen zin deed, dan kwamen wij nergens. Dit zou moeder ook niet gewild hebben. Hoe vaak hoor ik niet dat de laatste wens van moeder of vader was: “Blijf met elkaar in contact, ook als ik er niet meer ben.” Iedereen keek beteuterd, natuurlijk had hun moeder dit ook tegen hen gezegd. Ik opperde om een lintenritueel te doen om iedereen met elkaar en moeder te verbinden, zoals de eeuwige band van moeder en kind en de bloedband tussen broers en zussen nu eenmaal bedoeld was.
De volgende dag had een zus acht linten gekocht. Van te voren had zij aan iedereen gevraagd wat de kleur van de relatie met hun moeder was. Sommigen vonden het stom – maar wisten, dat ze nu even met elkaar samen moesten werken – de anderen waren blij dat zij nu eindelijk iets samen zouden doen.
Iedereen gaf zijn lint aan mij en ik maakte plechtig een grote knoop met alle linten, terwijl ik aan hen vertelde dat ik hen nu voor altijd in dit laatste ogenblik met elkaar verbond. Om deze verbintenis nog meer kracht bij te zetten, legden wij de knoop in de handen van hun moeder. Ik voelde hoe dit ogenblik iedereen raakte en trok mij langzaam aan terug, terwijl ik toekeek hoe iedereen een plek voor zijn lint zocht en vooral waar het lint straks de kist uit zou komen. Waar zou je willen staan naast je moeder, naast wie, wat was eigenlijk je plek in dit gezin? Ik trok mij helemaal terug, dit was te intiem, dit was hun ogenblik. Op de valreep ving ik een knipoog op van de zus, die de linten had gekocht.
“Nu maakt je hart zeker een sprongetje?” fluisterde ze. En ja, dit maakte mijn hart inderdaad blij. Het voelde goed om – in ieder geval voor dit ogenblik – mensen met elkaar te verbinden, in de moeilijkste tijd van hun leven. Later tijdens het afscheid zouden zij hun lint doorknippen. Hun levensband met hun moeder, met hun broers en zussen. Hoe het verder met hen zou gaan wist ik toen niet en heb ik ook later nooit meer vernomen. Maar ik weet wel dat zij door de kracht van dit ogenblik met elkaar in ieder geval mooie, warme afscheidsdagen hebben gehad.
Later heb ik het lintenritueel vaker gebruikt als ik merkte, dat nabestaanden niet konden loslaten. Als ik benoemde hoe je tot het laatst met elkaar verbonden bent en zelfs, als de deksel op de kist ligt, nog verbinding kan voelen, werden mensen blij. Dit was hun gevoel. Verbonden zijn met je overleden geliefde. Maar als ik vertelde dat je aan het einde van de afscheidsviering, bij het graf of in de ovenruimte het lint door moest knippen, dan liep sommigen huilend weg: “Je denkt toch niet dat ik ooit de band met mijn lief kan verbreken?” …. Nee, dat denk ik echt niet. Dat doe je ook niet, nooit, maar je verbreekt de verbinding symbolisch. Hij of zij neemt een stukje van jouw liefde en intenties mee en jij, jij houd een beetje van de liefde en intenties, gesymboliseerd door het lint.
Niet altijd waren de linten van satijn of katoen. Mannen en jongens kozen vaak voor stoer touw of leren veters, waar later met een zilveren slotje een armbandje van gemaakt werd. Een keer werd zelfs dik ijzerdraad gebruikt – en vervolgens werd de nijptang vergeten. Maar gelukkig wist de jongste kleinzoon, dat je ook met draaien ijzerdraad kon bedwingen. Net als verdriet, steeds weer doorleven, totdat het draagbaar voelt… Vaak kwam ik maanden, jaren later weer iemand tegen en haast altijd toverden zij een stukje lint uit hun portemonnee, broekzak of tasje. Kinderen vertelden vaak, dat het lint hen kracht gaf bij een examen of spreekbuurt. Ik ben blij dat ik met dit kleine ritueel zo veel mensen ook een warme herinnering aan het afscheid van hun geliefde mocht geven. Het haalt het verdriet zeker niet weg, maar verzacht wel de pijn. En ik hoop, dat je met het lint in je handen voor altijd je liefste dicht bij je blijft voelen.