Rotsvast vertrouwen in wat er komen gaat. Zelden ontmoet ik dit bij een overlijden.
En toch was dit de tekst op een kaartje waarop vrienden en familie een wens of bemoedigend woord bij het afscheid van Hanneke mochten schrijven. Hanneke was achtenveertig jaar jong toen zij overleed. Liefdevolle moeder van drie kinderen en prachtige vrouw van Stephan. Zij stond midden in het leven en was mede-initiatiefneemster van spiritueel centrum Zumaya in Alkmaar. Hanneke was zeker spiritueel, maar stond met haar beide voeten stevig op de aarde, down to earth, geen franje. Tijdens de opbaring thuis lag Hanneke op een rieten baar. De familie vond dit meteen bij Hanneke passen en liefdevol dekten zij haar met haar eigen doeken toe.
Opbaren op een rieten baar is heel toegankelijk. Als de overledene in een kist ligt wordt hij of zij meestal niet meer aangeraakt, de overledene is dan toch afstandelijker aanwezig. Ik noem dat altijd ‘meer dood’. Maar bij de rieten baar kan je net als op bed heel dichtbij komen en aanraken. Om het aanraken te stimuleren raak ik de overledene vaak aan als ik bij de familie ben. Dit valt mij nooit zwaar omdat de kwetsbaarheid van de overledene mij diep raakt. Hoe stevig iemand ook in het leven stond, in de dood zijn wij allen kwetsbaar en weerloos. Zacht raak ik de overledene aan en vertel erbij dat de familie dit ook rustig mag doen. In mijn optie verzacht je zo het ogenblik van afscheid. De familie voelt in de loop van de dagen van opbaring dat er letterlijk en figuurlijk steeds meer afstand ontstaat tussen hen en de overledene. Waardoor men deze op de laatste dag bijna altijd toedekt of de kist sluit in de overtuiging: het is goed zo, wij moeten loslaten. Als zij goed kijken geeft de overledene dit ook aan.
Zo gebeurde het ook bij Hanneke. Hanneke zou zonder kist, maar op de baar begraven worden. Omdat een baar open is en geen deksel heeft, probeerde ik een passende deksel te bedenken. In alle openheid vertelde ik aan Stephan en de kinderen dat bij het begraven de aarde direct op het lichaam van Hanneke zou vallen en dat zou misschien schokkend zijn om te zien. Tot mijn verbazing zei Anna Dia: Hoezo? Begraven is begraven! En zo is dat. Zoveel wijsheid van een achttienjarige verbaasde mij. Later begreep ik dat Stephan en Hanneke een aantal maanden in India leefden waar de dood veel dichter bij de mensen staat. Zij waren daar ook bij verbrandingen in het openbaar aanwezig en dit had zeker hun visie op dood en leven gevormd. In overleg met de begraafplaatsbeheerder werd afgesproken dat de familie Hanneke zelf met aarde zou bedekken.
Met een enorme stoet van honderden mensen trokken wij op de dag van het afscheid met Hanneke op de loopkoets, toegedekt met doeken en een deken van wilde bloemen door Alkmaar. De stoet werd vooropgelopen door Rob, de accordeonist, die ons met zijn weemoedige klanken begeleidde. Veel mensen bleven eerbiedig langs de weg staan. Bij de begraafplaats namen Stephan en Anna Dia de schep ter hand en begonnen Hanneke onder de klanken van de accordeon met aarde toe te dekken.
Hun dichtscheppen maakte voor iedereen duidelijk dat dit alleen het lichaam, de lege jas van Hanneke was, die zij aan de aarde toevertrouwden. Hanneke leeft in ieder van hun verder. Zij schepten door totdat het lichaam van Hanneke helemaal bedekt was. Bij het afscheid nemen van familie en vrienden merkte ik de aarzeling van menig bezoeker om in het open graf te kijken, terwijl anderen de schep ter hand namen en het voorbeeld van Stephan en Anna Dia volgden. Het voelde voor mij goed dat Anna Dia een toch wel heilig huisje voor menige heeft laten wankelen. In haar volste overtuiging heeft ze een deurtje geopend voor velen die aanwezig waren bij het afscheid van Hanneke.
Wij weten allemaal dat het lichaam in de aarde onder een berg zand begraven wordt en bij het cremeren het voor ons zo kostbare lichaam in vlammen opgaat. Maar niemand wil het zien of letterlijk benoemen, haast lichamelijk voelen wij dan de pijn. Maar er is geen pijn meer na het overlijden, is mijn overtuiging. Als wij dit beseffen kunnen wij ons openstellen voor wat er wel is: de liefde die wij voor deze persoon ervaren hebben. Wij mogen rouwen om het gemis van de geliefde, maar blijf vooral zien hoe hij of zij je geraakt heeft en wat zij hebben achtergelaten. Koester de herinneringen maar vergeet niet naar de toekomst toe te leven.