Wordt de uitvaart met al dat gedoe geen ‘poppenkast’? Dat hoor ik soms als ik een lezing of voorgesprek over rituelen of symbolen heb. Volmondig kan ik dan zeggen: NEE ! Nee, dit vind ik beslist niet. Misschien lijkt het theatraal of dramatisch als ik in het schemerlicht een sprookje vertel, begeleid door harpmuziek. Of als iedereen gevraagd wordt om iets mee te nemen. De ervaring heeft geleerd dat familie, vrienden en bekenden over het algemeen onder de indruk zijn van de sfeer die hierdoor ontstaat. Het gebruik van rituelen en symbolen klinkt misschien zweverig maar als je goed nadenkt, heeft iedereen dagelijks al zo zijn eigen rituelen: twee kopjes koffie ’s ochtends, om vier uur een kopje thee, borreltje voor de avondmaaltijd en misschien ook nog een slaapmutsje voor het slapen gaan. Ga zo maar door. Ook bij een uitvaart horen symbolen en rituelen. Zij maken een doorgang naar de toekomst, naar iets nieuws mogelijk. In de kerk kennen wij natuurlijk de eeuwenoude rituelen van het samen zingen, bidden en het aansteken van het licht, maar in de buitenkerkelijke uitvaarten zijn de rituelen vervaagd.
Als uitvaart- en ritueelbegeleidster grijp ik graag naar rituelen om niet alleen met de familie het afscheid vorm te geven, maar met alle aanwezigen. Door de aanwezigen bij het afscheid te betrekken voelt de familie dat zij er niet alleen voorstaan. Je kan de genodigden vragen om bijvoorbeeld voor een natuurliefhebber iets uit de natuur mee te nemen. Het is verrassend om te zien wat mensen dan naar het afscheid meenemen. Ze hebben er dagen diep over nagedacht wat hen aan de overledene herinnert. Elk meegebracht dingetje heeft zijn eigen verhaal en wordt liefdevol naast de overledene gelegd. Nog één keer heel dichtbij. In het afscheid of later tijdens het samenzijn komen de verhalen rondom het meegenomen stukje natuur naar boven.
Heel mooi is het als de afscheidsviering buiten op een geliefde plek van de overledene plaatsvindt. Bijvoorbeeld in de eigen tuin, in een strandtent, rondom het graf of misschien wel buiten bij het crematorium. Natuurlijk zijn wij hier in Nederland altijd van het weer afhankelijk. Soms kan een mooie tent uitkomst bieden of moet er een ander plan B zijn, maar met de uitbreiding van het aantal dagen dat is toegestaan voor het opbaren en de bijna feilloze buienradar op internet is het meestal wel mogelijk om een droog ogenblik buiten te vinden.
Laatst hoorden wij bij een crematorium elders in het land een medewerker zich ontglippen: “Alweer zo’n mand, het wordt steeds gekker”. En dat, terwijl zij juist daar verschillende sferen van uitvaarten meemaken. Jammer. De betrokken familie had juist met veel zorg het laatste huisje voor pa uitgezocht en als een rieten mand dan helemaal past, omdat pa in Indonesië geboren is, of omdat hij Fair Trade producten kocht en geloofde in ecologische tuinbouw, dan is dat het juiste laatste omhulsel voor hem. Veel mooier is het om bij crematoria of begraafplaatsen in onze eigen omgeving te komen en dat de medewerker je toefluistert: “Wat een mooie kist, ik wist niet dat dit bestond. De familie zal er wel blij mee zijn.”
En daar gaat het om, dat de familie in de geest van de overledene afscheid kan nemen. Of zij in een Rolls-Royce met veel bijpassende volgauto’s of in hun eigen camper de overledene naar het crematorium brengen, of dat zij intiem met alleen familie in hun serre afscheid nemen van moeder. Of in de grootste aula van het crematorium, misschien zelfs in een groot partycentrum, alles is goed. Als het maar bij de overledene en de familie past. Niets is dan ‘een poppenkast’ of overdreven. Met respect naar de anderen kijken, dat doen wij als het goed is al tijdens ons hele leven. En zo moeten wij naar mijn gevoel zeker ook met de dood omgaan.
Kijk op onderstaande link om de geillustreerde versie te zien van de column, zoals hij op 28 mei 2011 in het Noord Hollands Dagblad te lezen was: