Wanneer mag je stoppen met leven?

Volgens de wet: ‘mag een arts meewerken aan levensbeëindiging als er ondraagbaar lijden en geen uitzicht op genezing is …’

Hoe vaag deze omschrijving is maak ik vaak mee in mijn begeleidingen. Soms moet iemand vechten om te mogen sterven, zoals Jan. Na het overlijden van zijn vrouw wilde Jan ook dood, niet uit verdriet, maar omdat voor hem het leven nu echt niet meer leefbaar was. Hij had zware evenwichtsstoringen, zag en hoorde bijna niets meer. Na de dood van zijn vrouw was er niets meer wat hem blij maakte. Wat hem intens verdrietig maakte was, dat hij de hele dag, bij alles hulp nodig had en het steeds erger zou worden, tot hij zou eindigen als een kasplantje. pauls-last-walz wilde deze grote, stoere man niet. Zeker, met de meiden van de thuiszorg was het altijd grote pret, maar hij wilde niemand meer tot last zijn. Hij had het zo lang vol gehouden voor zijn meissie en nu zij er niet meer was, was er niets meer voor hem om te leven. Hij vroeg dus om euthanasie, wat niet gehonoreerd werd door zijn huisarts. Volgens de arts, was Jan nog veel te goed, hij kon geen toestemming tot levensbeëindiging geven.
hele gezin stond achter Jan’s besluit en niemand nam het de arts kwalijk, dat hij niet meteen met een spuit of een pilletje klaar stond. De arts heeft immers een eed afgelegd, waarin hij belooft om levens te redden en niet te beëindigen. Na verschillende gesprekken is het Jan uiteindelijk gelukt om toch toestemming tot euthanasie te krijgen. De avond voor hij zou sterven heeft hij met zijn dierbaren nog een bescheiden feestje gehouden, waarin zo menig morbide grap gemaakt werd, meestal – tot grote hilariteit – door Jan zelf. Het verbaasde dan ook niemand dat Jan met een glimlach in zijn kist lag. Jan had er vrede mee, hij was verenigd met zijn lief.

 

 

 

Gijsje Teunissen

Troostcirkel - Gijsje Teunissen

 

Geplaatst op: 19 september 2016