Wie kent ze niet, de vogelhuisjes van Theo?

vogelhuisje2 kopie

Vader Theo was na een kort, maar hevig ziekbed, rustig ingeslapen. Moeder Mien zat aan tafel en was heel sterk: “Het is goed zo, wij hebben het goed gehad.” zei zij. Kleinkinderen Bob en Jamie, zaten verslagen op de bank en waren heel verdrietig. Als kleinkind ken je je opa al je leven lang en dan denk je dat JOUW opa beslist het eeuwige leven heeft. Moeder Mien en schoonzoon Rob zaten meer in de doe-modus: kleren werden gezocht, een wasbakje gepakt en handdoeken. Samen met dochter Carina en later schoonzoon Rob, verzorgde ik vader Theo. Samen legden wij hem in de rieten mand. Het was fijn om hem zo mooi aangekleed en vredig op het rieten bedje in de hoek van de kamer te zien liggen. Zoals zo vele overledenen had Theo een smile op zijn gezicht. “Hij kent nu het mysterie ….” zei ik, en het voelde voor iedereen goed. Wij wisten niet, waar hij nu was, maar dat het fijn was, zagen wij aan het kleine lachje. Carina geloofde wel, dat er meer was. Moeder was gewoon blij, dat aan het lijden een einde gekomen was. Hij had zijn rust verdiend. Het was goed zo.

De tafel werd gedekt en ook ik werd uitgenodigd om te blijven eten. Omdat wij nog het een en ander te bespreken hadden, stemde ik toe en ging zitten. Prompt viel er een glas cola in mijn richting om. Iedereen sprong van tafel en de tafel werd opnieuw gedekt, waarna Rob naast mij een glas water wederom in mijn richting liet vallen. Wij moesten allemaal lachen en ja,… het leven had hen alweer opgenomen. Eten, drinken, huilen, lachen, … dit alles hoorde bij het leven. Deze familie ging door met hun dagelijkse leven. Natuurlijk lukt dat de ene keer wat beter, dan de andere keer. Maar achter de geraniums zag ik moeder Mien straks echt niet zitten. Tijdens het eten vertelde zij over hun leven samen. Zij hadden allebei hun eigen hobby’s: Mien verzamelde klederdrachtpoppen en Theo maakte van droogbloemen mooie boeketjes en mandjes. Het allerbelangrijkste voor Theo waren echter de tuin en de vogeltjes. Soms kwam hij uit het bos met tientallen vogeltjes achter zich aan, dan leek hij wel de ‘birdman’. Zij kenden en volgden hem. Dit kwam, omdat hij goed zorgde voor zijn gevederde vrienden. In zijn tuin stonden diverse Zaanse vogelhuisjes. Mien vertelde dat hij in zijn leven wel honderden Zaanse vogelhuisjes had gemaakt.

Bij het bespreken van de uitvaart vertelde Mien, dat Theo geen afscheid in de kerk wilde.

“Misschien kan het wel in het dorpshuis?” Ik ging meteen bellen en gelukkig, juist op de dag die wij bedacht hadden, konden wij ’s avonds voor de condoleance en de volgende ochtend voor het afscheid terecht. Ik was al diverse keren in het dorpshuis geweest voor een afscheidsviering en Jacqueliene, beheerster van dorpshuis de Schulp stond altijd open voor alle plannen en wij mochten met het meubilair schuiven. Op de dag van het afscheid reed Rob zijn schoonvader in mijn auto naar de Schulp. Rob vond het mooi om zo toch nog iets voor zijn schoonvader te mogen doen en Mien was blij, dat het niet zo’n grote Amerikaanse rouwauto was. Daar was Theo veel te bescheiden voor. In de Schulp zetten wij Theo achter in de zaal, omgeven met prachtige bloemen. Langzaam druppelden familie, vrienden en vroegere dorpsgenoten naar binnen om afscheid van Theo te nemen, de familie te condoleren en bij een kopje koffie herinneringen op te halen. De volgende dag hadden wij in de grote zaal met de stoelen een intieme opstelling rondom Theo gemaakt. Iedereen die binnenkwam, stak op de hoge sterren-etagère een kaarsje voor Theo aan om zo in gedachten even bij Theo te kunnen zijn.

Theo had bij leven aangegeven, dat hij geen poespas en geen sprekers wilde. Dan zouden de kinderen zich alleen maar druk maken, dat wilde hij niet. Toch waren er de laatste dagen zo veel herinneringen naar boven opgeborreld; het was zonde om hier bij elkaar te komen en helemaal niets te zeggen? Nadat Frans Bauer over de sterren aan de hemel had gezongen vertelde zwager Tjip de herinneringen, die het gezin de laatste week had opgehaald en menige anekdote toverde een lach op onze gezichten. Na nog een lievelingslied van Theo en een gedicht van nicht Diana was het afscheid al weer voorbij. Kort en krachtig, helemaal in de geest van Theo. Theo had wel gezegd, dat hij geen sprekers hoefde, maar de familie wilde graag laten weten, wat voor een lieve, bijzondere, bescheiden man, vader en opa Theo was. Helemaal niets zeggen is dan koud en nu voelde het voor iedereen goed. Geen poehaa, maar een warm bescheiden afscheid. Op de begraafplaats dekte iedereen Theo met kleurrijke bermbloemen toe, zo nam hij zijn laatste tuintje mee. Terug in de Schulp genoten de gasten van een lekker broodje en krentenmik met roomboter. “Ach”, zei Carine, “zoals je gehoord hebt, was mijn vader niet zo van de familiefeestjes.” En zoals altijd, heeft hij zich ook nu zachtjes, bescheiden teruggetrokken. Miep zal in het huisje bij de bosrand blijven wonen tussen alle herinneringen aan Theo. Misschien gaat Jamie het laatste vogelhuisje van opa afmaken en op het graf zetten, zodat ook hier de vogels zullen komen in het laatste tuintje van haar geliefde opa.

 

 

 

Geplaatst op: 5 oktober 2015